Vanaf 2016 maak ik naast tekeningen ook schalen en vazen en beelden van klei. De tekening op de klei is belangrijk. Niet als decoratie, maar als iets dat de vorm beïnvloedt en doet barsten. Zoals het groot hoefblad, dat in de klei wordt geperst en dat de spanning doet toenemen, zodat er scheuren ontstaan, daar waar de hoofdnerf loopt. Aanvankelijk deed het me denken aan Christelijke Paassymboliek. Heelheid, perfectionisme? Of juist de grens opzoeken van wat echt is en of het nog ‘heel’ blijft en of de kwaliteit van de vorm toeneemt als het scheurt in de oven. Zodat het een object wordt met een verhaal, een geschiedenis.
Vorig jaar begon ik met het experimenteren met twee soorten klei met een verschillende chamottering, waarbij het zeker is dat één soort harder gaat krimpen in de oven. En waar ontstaat de spanning en komen de barsten en kun je dat beïnvloeden? Zodat het een drager wordt van een idee: het barst, maar het blijft staan.