Home / Blog / de legende van de moderne kunst: Jheronimus Bosch

de legende van de moderne kunst: Jheronimus Bosch

Uitstapjes naar ’s Hertogenbosch.

Begin mei bezocht ik met Engelse vrienden de mooie tentoonstelling van het werk van Jeroen Bosch ‘visioenen van een genie’ in het Noord Brabants Museum. Het was fantastisch. Geweldig hoe details werden uitgelicht en met zoveel mogelijk omgevingskennis uit die tijd toegelicht.
We hadden ons goed voorbereid en het Narrenschip van Sebastiaan Brant uit 1494 weer eens uit de boekenkast gehaald, dat ontzettend populair was in die tijd en dat Erasmus had geïnspireerd om ‘de Lof der Zotheid’ te schrijven.
Maar in de titel van de tentoonstelling wordt je al gewaarschuwd: hij was een genie en hij had visioenen.
Klaar. Punt uit.

Kijk, denk ik dan, hier wordt dus de legende van de moderne kunst geprojecteerd op een kunstenaar op de drempel van die moderne tijd. Wat een gemiste kans!

En die legende voedt een gigantisch duur apparaat van wetenschappers en onderzoekers die zich die vragen naar inhoud NIET mogen stellen en zich aan de beschikbare historische feiten moeten houden.
Wat natuurlijk erg nuttig is op zich.
Maar waarom volgt daarop geen geleerde die de bronnen op zijn duimpje kent en ook jeuk heeft als hij of zij de krant leest? Die zijn intuïtie volgt?
Iets meer zegt over waar men indie tijd mee worstelde?
Daar zouden wij nu ook iets aan kunnen hebben.
De inzichten van laat-middeleeuwers over Zotten in rare bootjes liggen echt niet zo ver weg voor ons.

De 20ste eeuwse filosofische topper Hans-Georg Gadamer, die in zijn boek ‘Wahrheit und Methode’ uitlegde waarom vooroordelen richtinggevend zijn voor onderzoek, zou het zeer hebben toegejuicht.
Hij benadrukte keer op keer dat je daarmee een klimaat schept waarin het intellect kan gedijen.
Een Bildungsklimaat noemde hij dat.

En is het toeval dat achter de stoet wetenschappers een optocht volgt van vormgevers die zich uitleven in gadgets? De inhoud van de winkel, waar je na de tentoonstelling doorheen liep was nogal teleurstellend.
Ik schaamde me voor alle buitenlandse gasten toen ik al die grappig bedoelde rommel zag staan.
Gaan we er nou echt vanuit dat het scheppen een delirium is en DUS alleen vermaak?

Maar gelukkig was er nog IEMAND die een inhoudelijke vraag durfde te stellen. Bij de uitgang, toen we moesten wachten in de opeengepakte mensenmassa, zag ik een man kaartjes kopen met een jongetje aan zijn hand. ‘Pappa, moeten we echt naar die schilderijen kijken? Ik vond die blote vrouw ‘bij die boom zo zielig. Ze had het vast koud’. ‘Ach jo, dat valt best mee,’ was het antwoord, ‘ze had een slang en ook een appel!’

Top