Home / Blog / De tuin als gastvrouw

De tuin als gastvrouw

Mijn oma was een goede gastvrouw. Toen ik lang jaar geleden langs kwam om een serieus vriendje voor te stellen had ze een drie gangenmenu gemaakt. Met als voorgerecht haar befaamde runderbouillon van een schenkelstuk. Al het vlees ging in de soep, inclusief taaie vetranden.
Als je helemaal mens bent geworden, ik bedoel volwassen, dan eer je de gastvrouw. Dan ga je die vetranden niet op het mooie witte damast naast je bord leggen. Je trekt ook geen vies gezicht. Je vraagt je serieus waarom je dat tegenstaat. Of je misschien iets gemist hebt qua smaak?
Stel nou dat je een stuk grond met zijn hele geschiedenis mag innemen en gebruiksklaar maken. Stel, je hebt al een leven achter de rug als groene dakbewoonster en ontwerper van daktuinen. Dan heet je Renée Rooijmans en loop je met harken en scheppen gewapend samen met ondergetekende over het half overwoekerde schoolplein van Cloese 10 en ga je kijken wat er al groeit. Schoonmaken, zeker. Maar levende planten en dode takken met het zwerfafval in de afvalzak gooien? Nee, liever niet. Wat we vonden: brandnetels natuurlijk! De plant die is herontdekt als batterij voor het luie spijsverteringssysteem van de mens. Met al die mineralen. Die in steeds meer voorjaarrecepten opduikt. Paardenbloemen ook, de superschoonmaker van de lever. Blad, steel en bloem pakken de boel aan en hebben alle drie een verschillende werking. Verder vonden we heel veel dode takken en twijgen, waarmee je afrasteringen zou kunnen verfraaien en waarvan we weten dat op den duur insecten en kleine zangvogels er heel goed kunnen aarden. Ook rubberen tegels uit de jaren ’90 lagen onder het mos. Veel soorten planten zijn er niet te vinden, want de grond is arm aan voeding en rijk aan stikstof. Maar in de kanten waar de heggen zitten is het anders, misschien door het werk van honden? Of gooit de gemeente hier mest op?
Daar zitten wormen in de grond en doet de dovenetel het goed.
De tuin is een gastvrouw, lijkt Renée te zeggen. Wees dus blij met wat je voorgeschoteld krijgt.
Wat stroomt er al aan groene energie? Trek de boel niet leeg om je eigen plannen te kunnen volvoeren, maar kijk goed om je heen. Ruik en proef.
En al die ellendige klimop? Daar kan je wasmiddel van koken. Dan heb je de hele zomer de was schoon. En wilt u weten hoe het afliep met die taaie vetranden in de bouillon? Echt, ik krijg dat niet weg. Gelukkig had mijn oma een hondje onder tafel!

Renée Rooijmans
Top