De broedplaats voor een nieuwe woonvorm voor ouderen, architect Freek Prins
Het is op een verborgen plek waar iets nieuws wordt uitgebroed. En als het idee daarna groot wordt en de wereld verandert, dan wordt de kraamkamer vergeten.
En dan is het moment rijp om terug te kijken. Naar vraagstukken en oplossingen van een generatie terug, waarvan we nu nog de gebouwen hebben staan. En de infrastructuur. Rijp voor een andere functie, die niet op de tekentafel wordt bedacht?
Ik woon in een huis met 70 huisjes. Het is gebouwd midden in de jaren ’80. Als experiment om een tussenvorm te realiseren tussen zelfstandig wonen en een verzorgingstehuis. Met de inpandige voorzieningen die je vaker nodig hebt als je ouder bent. Een ontmoetingsruimte met eetcafé, de kapper, pedicure, fysiotherapeut zijn onder handbereik.
Een compact gebouw rond een overdekte binnenplaats dat functioneert als ‘halfklimaat’ tussen wonen en buiten. Waar je makkelijk contacten legt. Je kunt zonder jas naar de buren lopen, een feestje vieren, je planten ‘buiten’ zetten. Er staan hoge palmen en bananenbomen. Het is koel in de zomer en koel in de winter.
Ik spreek met architect Freek Prins. Het Jan van der Ploeghuis was de ‘broedplaats’ zegt hij, waar een nieuwe vorm van wonen voor ouderen werd uitgedacht. In samenspraak met Humanitas is het begrip ‘leeftijdsbestendig wonen’ hier geboren.
Het was 1985 en minister Brinkman kondigde een bouwstop af voor de traditionele bejaardenhuizen. Misschien wel eens op bezoek geweest? Eerst een balie, met vrouwen in witte schorten. Dan een gang met genummerde deuren. Met een grote keuken beneden. Met krakende liften. En 5 keer dagelijks etenskarren die door het gebouw worden geduwd. En bij elke deur luikjes waardoor het eten naar binnen wordt geschoven.
De architecten noemden die tehuizen gekscherend ‘Categoriale kippenhokken’.
Freek, directeur van EGM architecten in Dordrecht kende de markt als geen ander en wist dat er ruimte was in Rotterdam bij de sociale dienst. Daar werd toen nog nagedacht over grootschalige oplossingen voor sociale problemen. Zoals de toenemende vergrijzing in Rotterdam Noord. Niet alleen nagedacht, maar ook was er contact met de markt. En de markt, die had nog oog voor het algemeen belang. Het bestond echt: de gouden jaren van de sociaal democratie.
‘Als we nu compacte woningen maken met een beschermd binnengebied, en jullie hangen er een zorgbudget aan’… vroegen de architecten aan Humanitas. Zo geschiedde op het perceel naast het Hildegardis kerk- en kloostercomplex.
Op google kan je zien dat de kerk en het huis gebroederlijk naast elkaar liggen, als schepen in een haven. Een kerk heeft een schip en zijbeuken. Het Jan van der Ploeghuis lijkt op een schip. De wanden en de hoge boeg, dat zijn de 70 woningen. En het midden is een atrium, een glaskoepel, waar de luchtcirculatie zo is geregeld dat er een stabiel klimaat ontstaat. Als je binnenstapt, dan ben je er ook, je komt aan. Openbare ruimte op schaal. Besloten. Bijna zoals een kloostergang.
Het was een mooie tijd voor die architecten. Opdrachten volgden door het hele land en ver daarbuiten. Het Bergweg project in 1989, de ‘Klapwiek’ in Prinsenland. En als laatste de ‘Leeuwenhoek’ in Vlissingen, goed voor 900 bewoners.
Er werd en wordt met plezier gewoond. Het Jan van der Ploeghuis is 35 jaar geleden opgeleverd. De formule is alweer oud, de wereld van de ouderenzorg is zo vaak over de kop gegaan. Er zijn zoveel kwetsbare doelgroepen bijgekomen, die ook apart samen willen wonen.
Zoals… tja, wij, die hier in het pand door de echt oudere mensen de ‘kunstkoppen’ worden genoemd. Want het sociale klimaat in het gebouw was er niet op vooruitgegaan, met het terugtrekken van Humanitas en met de nieuwste politieke besluitvorming voor deze huizen. En dus.. kun je met actieve oudere kunstenaars het ‘halfklimaat’ weer ontmoetingsrijk maken? Ideeën zijn er in elk geval genoeg.
We lopen nog even over het pad tussen de neogotische Hildegardis kerk en het wooncomplex. De klok slaat 12 keer. ‘Kijk, zo dicht op zo’n kerk bouwen aan de Noordkant, dat levert weinig licht op. Maar zie je, de zon staat nu al tegen de gevel aan de overkant. Indirect licht creëren heet dat’