In de Etruskische visie op de Griekse mythologie spelen godinnen en kinderen een belangrijke rol en hebben meer in de pap te brokkelen dan later bij de Romeinen.
Godinnen werden op ontroerende wijze afgebeeld. In een soortvan huiselijke taferelen van vrouwen onderling, bezig met haar en kleding. Of tijdens een gezellig onderonsje, met aandacht voor de verhalen die worden uitgewisseld. Die afbeeldingen staan op spiegels. Dus als je in de spiegel keek om je op te maken, spiegelde je je eigenlijk in die verhalen. Die afgebeeld werden met als directe referentie de dagelijkse werkelijkheid van de familie.
Een unieke rol op die spiegels is weggelegd voor Hercules en zijn relatie met Hera, de wraakzuchtige vrouw van Zeus en de koningin van de hemel. De Etrusken legden extra nadruk op de verzoening van de twee na de dood van Hercules op de Olympus. Het lijkt belangrijk voor hen om te benadrukken dat er beweging in het karakter van de woest jaloerse Hera was.
Hercules, die vermorzeld werd tussen de goden, en het met zijn spierbundels nooit goed kon doen, werd na zijn dood op de Olympus verenigd met haar, die hem als baby de borst had geweigerd. Je ziet de oudere man met krullende baard knielen bij Hera om de druppels goddelijke melk eindelijk op te zuigen. Zeus had ooit zijn babyzoon bij de aardse vrouw Alkmene uit de wieg geroofd en bij zijn slapende echtgenoot Hera op de Olympus aan de borst gelegd. Maar Hera was wakker geworden en had de baby ruw van zich afgestoten, waardoor de melkdruppels door de hemel vlogen. De Melkweg met al de duizenden sterren was geboren, maar Hercules moest zijn bittere lot ondergaan als sterfelijke man met goddelijke spierbundels.