Laten zien, niet vertellen hoe en wat.
Dit is de basis van het vak schrijven.
Je gaat van het hoofd via het hart naar de zintuigen: Oor, oog, neus, huid, mond.
Dat heet (in de Hartsoetra, een gebed uit het Boeddhisme)
de VIJF VORMEN VAN BESTAAN. Die je kunt waarnemen. Waarnemen is iets anders dan zien. Zien is één van de vormen. je hebt ook nog geur, geluid, smaak, en tastzin.
Geluid is het eerste zintuig dat ontwaakt in de baarmoeder. Daar is het een herrie, en buiten is het stil. Geur is er vóór het kijken; het duurt een tijd voordat ogen kunnen scherpstellen. Maar geluiden zijn dan al binnen. Als ik een schrijfworkshop geef, dan komt er pas echt iets op gang als deelnemers zich geuren kunnen herinneren. Of geluiden. Je komt in een diepere laag van waarnemen terecht. Daar waar het individuele wegvalt en het zijn overblijft. Hoe raadselachtig dat juist in een tekst die zintuiglijk is, die dus af is gedaald tot die geuren of/en geluiden, het individuele verschijnt. De persoonlijke kleur zich toont. Omdat je tegen een muur kunt leunen en kunt ontspannen, en de muur heeft te maken met een goede structuur. Met charisma, maar ook met ruimte geven aan het unieke geluid van de ander en die laten zijn.
Of stralen dat mag ook.
Iedere docent van creatieve vakken kent dat, de cirkel, de variaties van uitingen in de kring.
Ik zag het ook weer terug bij Randy Telg die dansles geeft.
en schreef erover in mijn 6de column.
column 6